Help de huismus
Huismussen. Die vrolijke, lawaaiige straatjongens en -meisjes. Gewoner kan het toch niet? Maar zelfs huismussen staan op de rode lijst onder de noemer ‘kwetsbaar’. Hoe kan dat? En vooral: wat kunnen we er aan doen?
Huismussen doen hun naam eer aan: ze blijven graag dichtbij huis. Voedsel (zaden, insecten), water (om te drinken en in te badderen) en een struik (om veilig op te drogen en veren te poetsen) hebben ze graag op 100 tot 200 meter van hun nest. En als ze jongen hebben nog wat dichterbij, want de kinders hebben eeuwig honger en heen en weer vliegen kost tijd en energie. Het nest zelf: graag in een mensenhuis, in een holte, een kier of onder de dakpannen. Lekker warm en gezellig met z’n allen bij elkaar.
Weg kieren en gaten
En daar gaat het mis voor de mus. Want kieren, gaten en losse dakpannen, daar houden mensen niet meer van. Die stoppen ze dicht. Want klimaat…energie…isolatie. De mensen zitten er warmpjes bij, maar de mussen staan in de kou. De renovatie van een huizenblok kan een complete kolonie mussen dakloos maken.
Eten dan. Zaden: wie dorst er nog graan? Of schudt z’n tafellaken na het ontbijt uit in de tuin? Insecten: waar vind je nog rommelige hoekjes vol lekkere luizen, spinnetjes, torretjes en andere lekkere beestjes? Een vijvertje om te badderen? Een heg om te schuilen? Nee, in een aangeharkte en betegelde stad zit het de mus niet mee.
Mussendakpannen
Het goede nieuws is natuurlijk dat het allemaal oplosbaar is. Mussendakpannen op het dak of een mussenflat aan een muur op het oosten. Een vogelbadje met een fijne struik ernaast en de tuin niet al te netjes aangeharkt. Een handje vogelvoer op z’n tijd, vetbollen in de winter. Zo voelen huismussen zich welkom. Waren alle problemen maar zo makkelijk op te lossen.
Meer lezen over de huismus?
&
5 Tips om de huismus te helpen