Hilversum 100  - 100% duurzaam in 2050
Het netwerk van duurzame doeners

In gesprek met Salah Heidry ‘Mijn tuin is een spiegel van mijn innerlijke reis’

9 augustus 2025

Op een van mijn bekende rondjes met de hond tref ik deze keer de eigenaar in zijn kleurrijk bloeiende tuin. Een tijdje later spreek ik af met Salah Heidry, geboren in Bagdad te Irak en sinds ruim vijftien jaar woonachtig in Nederland. Een tijdlang bewoonde hij een kleine kamer in Kortenhoef. Sinds twee jaar woont hij in een door De Alliantie verbouwd en gerenoveerd huis in Hilversum. 

Hij stond zestiende op de lijst van geïnteresseerden en toch kreeg hij de woning toegewezen. ‘Waarschijnlijk vonden mensen de badkamer te klein of de overlast die de renovatie toen met zich meebracht’, vertelt Salah, die zichtbaar blij en trots is op zijn huurhuis en tuin. Tijdens de verbouwing in zijn buurt stonden er overal containers in de straat. Hij kreeg toestemming om de vele tegels, die hij samen met een vriend uit zijn tuin haalde daarin te dumpen. ‘Het gaat om bijna één container vol tegels, zoveel lagen er in mijn tuin.

Zijn droom 

Salah heeft lang in een kamp gewoond in Iran. In een hoekje van dat troosteloze kamp was een stukje grond. Als zevenjarige was het zijn droom om daar wat te laten groeien. ‘Het werd heel mooi, veel mensen kwamen daar heen.’ En die droom heeft hij hier in Nederland nog steeds. De studie biologie, die hij in Iran volgde, moest hij helaas afbreken. Hij moest vluchten.

In het azc in Zeeland waar hij terecht kwam, was hij een wandelend woordenboek. Hij pikte snel woorden op. ‘We hadden niets te doen, en je moet er iets van maken.’ Hij had een buurman, die cassettebandjes van de cursus Nederlands eindeloos herhaalde en herhaalde. Salah dreunt een paar standaardzinnen op over kennismaken en lacht erbij. Zijn uitspraak is opvallend goed. Hij heeft door het vele oefenen accentloos Nederlands leren praten. Binnen zeven maanden had hij een verblijfsvergunning en verhuisde hij naar Kortenhoef. In 2009 verscheen zijn boek ‘Een Koerd in Kortenhoef’. Hij wilde zo snel mogelijk kunnen schrijven en dichten in onze taal. Hij schreef in het Farsi en met hulp van schrijver Willem Smit leerde hij via het Engels zijn eigen woorden en zinnen te koppelen aan de Nederlandse taal.

In Nederland was er geen werk voor een bioloog. Hij ging aan de slag als vrijwilliger. Bij Vluchtelingenwerk was hij tolk/vertaler. Hij heeft veel geleerd van confrontaties, van culturele botsingen, van woorden, die andere betekenissen hebben in verschillende culturen. ‘Bijvoorbeeld grappig heeft in het Nederlands een positieve associatie. In Iran is grappig negatief en betekent het meer zoiets als belachelijk’. Via verschillende opleidingen, omscholingen en betaald werk kwam hij uiteindelijk in de zorg terecht. Hij werkt sinds vijf jaar in de maatschappelijke zorg bij Amaris.

Daarnaast is hij hoofdtrainer jeugd bij voetbalvereniging Wasmeer. Die twee werelden passen goed bij elkaar. Salah vindt het leuk spelletjes te verzinnen.Voor de ouderen bijvoorbeeld een raadspelletje met zaden en stekjes, die hij meeneemt van huis. Hij organiseert activiteiten, wandelt met de ouderen en is luisterend oor wanneer ze hun levensverhaal vertellen. Bij de voetbaljeugd zet hij graag uitdagende spelcircuits op. De jonge spelers leven zich lekker uit op het veld. Met trots kijkt hij naar de bekers bovenop de kast. Hij draait zich om. ’En kijk deze bank heb ik opgeknapt, de mensen zijn hem zelfs bij me komen brengen. En ook de tafel en de stoelen hadden mensen aan de straat gezet.’ Salah is van alle markten thuis. Hij reikt me een kop thee aan, gezet van wat bloemen uit zijn tuin. 

Een andere tuin

Salah heeft groene vingers en is gek op zaadjes. Hij haalt ze overal vandaan. Hij verzamelt ze in een busje en in het voorjaar geeft hij het een ‘zwieper’ en zo verspreiden de zaden zich in zijn tuin. ‘Dit jaar is niet alles opgekomen. Vorig jaar hadden we meer regen.’ Er staan korenbloemen, vingerhoedskruid, klaprozen, lupine. Dit jaar had hij ook een kartuizer anjer, een zeldzame soort. ‘Hoe die hier is gekomen, is voor mij onduidelijk.’

Sommige mensen, die langs lopen, vragen of ze wat van de kruisbes, die aan de rand van zijn tuin groeit, mogen plukken. ‘Die kruisbes was waarschijnlijk aan de straat gezet vanuit het idee dat ‘ie dood was’, zegt Salah. Ook heeft hij de witte vlinderstruik en de blauwe regen op die manier gevonden. ‘Het was alleen een stukje hout, ik heb het lang in het water gezet en het is nu weer een enorme struik. Wat is de natuur toch prachtig, hè?’Hij toont me stekjes van een druif en een blauwe regen. Ook dit waren inderdaad stokjes, zie ik. 

Mensen mogen hem om zaadjes vragen en kruisbessen plukken uit zijn tuin. Er zijn ook anderen, die zijn tuin niet kunnen waarderen. Twee medewerkers van De Alliantie kwamen bij hem thuis omdat er klachten waren binnen gekomen dat het er te rommelig, te weelderig zou zijn en dat de tuin niet goed zou worden onderhouden. Een van de twee kwam zelfs boos binnen. Salah hield zich rustig. Met zijn uitleg trok ze bij. ‘Ze zag dat er veel verschillende insecten rondvlogen in mijn tuin. Veel stond in bloei. Ze vertelde dat ze dat fijn vond om te zien.’ De klacht is afgemeld. 

‘Het verschil tussen onkruid en bloemen is een oordeel,’ zegt Salah opeens filosofisch. Ja, hij heeft wel gelijk, bedenk ik me. Alle planten hebben toch bestaansrecht? Waar is dat onderscheid goed voor?

Hieronder vind je een gedicht van zijn hand.

Mijn Tuin                 Salah Heidry

 

Ik heb een tuin.
Niet perfect, soms chaotisch,
maar levendig vol adem, vol ziel.

Tussen de koude stenen
groeien zaden die ik ooit met mijn eigen handen heb gezaaid.
Sommige kwamen stilletjes op,
gedragen door hoop die diep uit de aarde opsteeg.

Mijn wilde bloemen zijn niet van een bijzondere soort.
Ze zijn niet geplant met het oog op schoonheid volgens anderen.
Ze groeiden zoals vrijheid groeit,
zoals dromen zonder grenzen,
in een bodem die hard was,
maar nooit zonder leven.

Sommige zaden vonden hun weg door steen,
anderen wachtten geduldig op een regen van genade.
En ik
ik heb ook fouten gemaakt.
Met onwetende handen plantte ik soms onkruid
dat nu diep geworteld is in mijn bestaan.

Toch heeft het waarde.
Deze tuin is een mengeling
van pijn en kleur,
van hoop en vergissing,
van zonlicht en de stilte van gebeden
die in het geheim zijn uitgesproken.

Misschien vinden anderen het niet mooi.
Misschien zien ze de wanorde en het onkruid
en missen ze de bedoeling.
Maar ik weet beter:
in elk blad, in elke warboel
schuilt een poging
om iets te creëren uit niets,
om te verlangen,
om te groeien.

En God
Degene die regen gaf,
Degene die zonlicht stuurde –
Hij weet
dat deze tuin
de tuin van mijn hart is.
Met elke doorn, elke bloem,
met elke onvolkomenheid
en alle stille hoop
die op een dag tot bloei kwam.

Tekst: Sabine Leijgraaf   |   Beeld: Salah Heidry en Sabine Leijgraaf

website: sbddesign.nl