Hilversum 100  - 100% duurzaam in 2050
Het netwerk van duurzame doeners

Verslag Broedplaatsendebat 8 januari

10 januari 2024

Wat is de functie van Broedplaatsen?
Welke kansen creëert Hilversum voor Broedplaatsen?
Hoe kunnen we het makkelijker maken voor Broedplaats-initiatieven?

Deze en andere broedplaats-gerelateerde vragen stonden op maandag 8 januari 2024 centraal tijdens het Broedplaatsendebat, georganiseerd in VONK in de wijk aan de Larenseweg.

Marileen Fabels – kwartiermaker van VONK in de wijk, broedplaats die begin 2024 de deuren zal moeten sluiten – had het initiatief genomen voor dit debat. De Broedplaats VONK in de wijk en de boodschap die ze daarmee uitdraagt zijn, zoals ze aangeeft, in lijn met de gemeente – zonder dat de gemeente hier extra werk aan heeft, namelijk: informeren, inspireren en samenhang organiseren in de stad. En ook initiatiefkracht, ondernemerschap en cultuur stimuleren (en allerlei verwante thema’s zoals duurzaamheid en zelfredzaamheid, sociale cohesie). Broedplaatsen maken het leven in de straat, buurt, wijk en gemeente als geheel gemakkelijker.

Zo bezien heeft de broedplaats een verbindende functie. En het zou goed zijn voor Hilversum als – wat in de afgelopen jaren opgebouwd is – niet verdwijnt. Hoe borg je dat? Hoe zorg je ervoor dat de initiatiefkracht van broedplaatsen kan doorgaan wanneer de tijdelijkheid van de locaties voortgang beperken? Zou een broedplaatsenbeleid, zoals dat in Amsterdam gehanteerd wordt, ook iets voor Hilversum zijn?

Twee gastsprekers lieten hun licht op deze zaak schijnen:

  • Simon van Dommelen, directeur Stg. LOLA die zijn ervaring deelde over broedplaatsen in diverse gemeenten (Amsterdam, provincie Utrecht) en over de ondersteuning die gemeenten wel/niet bieden.
  • Martijn Braamhaar, hoofd van bureau broedplaatsen Amsterdam die vertelde hoe dit in de hoofdstad werkt en welke structuur er is.

Van Dommelen vertelde over leegstandbeheer en hoe Stg. LOLA (zonder winstoogmerk) makelaar is tussen groepen bewoners/ondernemers met een broedplaatswens, de vastgoedwereld en de gemeente. En over hoe de stichting dingen voor elkaar krijgt die in ‘reguliere gesprekken’ over leegstand en herbestemming al zouden zijn gestrand. En ook over de verschillende typen broedplaatsen en hun functies, zoals placemaking, cultuurplekken, buurtfunctie, startup-faciliteiten of zelfs het beheren van een deel van de publieke ruimte.

Braamhaar, ambtenaar bij de gemeente Amsterdam, vertelde over het belang van goede communicatie tussen partijen als bewoners/ondernemers, vastgoed en gemeente. Hilversum is een andere gemeente dan Amsterdam en deze laatste heeft wel 75 broedplaatsen of –verwante initiatieven. Er is zelfs een digitaal loket ingericht dat helpt om in 5 stappen een broedplaats te ontwikkelen. De broedplaatsencultuur zal waarschijnlijk iets uitzonderlijker zijn in het Gooi. Nog vóór gesproken zou hoeven te worden over een broedplaatsenbeleid, pleitte hij voor het aanstellen van een zogenaamd ‘oliemannetje’ [red.: iemand bij de gemeente die makelt en partijen verbindt, meedenkt, meehelpt, kansen poneert en eventuele misverstanden uit de wereld helpt of geschillen beslecht]. Zo iemand heeft voeling met de stad en met het potentieel in de samenleving en weet dit ook te organiseren.

Aanwezig waren diverse vertegenwoordigers (wethouders, wijkregisseur/ambtenaren) van de gemeente, initiatiefnemers en ‘gebruikers’ van broedplaatsen zoals Stg. Magdalena, de Meentwerf, Opwaarts, de Irisstraat, de GRRU (Bussum) en andere sociale initiatieven. Wethouder van cultuur, Arno Scheepers, gaf in het gesprek aan dat hij zeer benaderbaar is en dat hij initiatiefnemers graag te woord staat – zoals ook wijkregisseurs en meer gemeentevertegenwoordigers te benaderen zijn voor initiatieven uit de samenleving. Dat is natuurlijk een fijne uitnodiging, maar het biedt geen structureel ‘loket’ of vraagbaak over broedplaats-verwante kwesties en initiatieven. Een tip van Braamhaar zou zijn om op de website van de gemeente een duidelijke verwijzing te maken waar initiatiefnemers van broedplaatsen terecht kunnen met hun vragen over regels, vergunningen en wellicht ook fondsen, middelen en netwerk. Want hoe goed bedoeld de uitnodiging van de wethouder ook is: dit gemeentelijk loket inrichten kan initiatiefnemers en betrokken partijen beschermen tegen willekeur en de tijdelijkheid van de politiek.

Er is behoefte aan een goede kruiwagen!

 

 

De volgende bijeenkomst

Het was een levendige discussie-avond. Het ging over leegstand en de economische kant daarvan. Het ging over ‘zachte waarden’, die niet in geld of cijfers uit te drukken zijn. Over het zien en erkennen van ruimte voor cultuur en sub-culturen … en het ging over de positie van vastgoedpartijen en de rol van de gemeente. Het gegeven dat wethouders Karin Walters en Arno Scheepers en ook Bas Nanninga (CU), Sebastiaan Hexspoor (GroenLinks), Bonne van Hattum (D66), … de discussie bijwoonden werd door veel aanwezigen als waardevol ervaren. Het gemeentebestuur laat hiermee ook zien dat het belangrijk is om aandacht te hebben voor de ontwikkeling en het potentieel van lokale broedplaatsen. Dit stemt ons hoopvol.

De inzichten vragen om een vervolg. Want waar heeft Hilversum nu precies behoefte aan als het gaat om Broedplaatsen? Een voorschot:

  • Duidelijkheid, een loket of aanspreekpunt bij de gemeente
  • Een groep van geïnteresseerden / meedenkers
  • Bundeling van kennis over Broedplaatsen, vastgoed, leegstand en eventueel een broedplaatsenprogramma ondersteund door de gemeente
  • Een lokaal ontwikkelingsklimaat met kansen voor startups – zowel economisch als cultureel

 

Een vervolgbijeenkomst zal in het voorjaar van 2024 georganiseerd worden in De Meentwerf. Mogelijk wordt dat een werkbijeenkomst om bij de Broedplaats-initiatieven op te halen waar precies behoefte aan is in Hilversum en te werken aan een Broedplaatsen-manifest. Wordt vervolgd …

 

Tekst: Arnoud van den Heuvel   |   Beeld: Jacqueline van Oostveen, Marida Jacobs, Arnoud van den Heuvel

website: sbddesign.nl